Spreuken
2 De tong van de wijzen maakt goed gebruik van kennis,+
maar de mond van de dwaas kraamt onzin uit.
3 De ogen van Jehovah zijn overal,
hij let op de goeden en de slechten.+
6 Het huis van de rechtvaardige is vol schatten,
8 Jehovah walgt van het slachtoffer van de slechten,+
maar het gebed van de oprechten maakt hem blij.+
10 Voor wie het rechte pad verlaat lijkt correctie slecht,*+
maar wie terechtwijzing haat zal sterven.+
11 Het Graf* en de plaats van vernietiging* zijn voor Jehovah duidelijk zichtbaar.+
Hoeveel te meer het hart van mensen!+
12 De spotter houdt niet van wie hem corrigeert.*+
Hij zal de wijze niet om raad vragen.+
13 Een vrolijk hart maakt het gezicht blij,
maar een hart vol pijn breekt de geest.+
14 Het verstandige hart zoekt kennis.+
De mond van de dwazen voedt zich met* dwaasheid.+
15 Voor de ellendige zijn alle dagen slecht,+
maar voor iemand met een vrolijk hart is het altijd feest.+
21 Dwaasheid is een vreugde voor wie geen verstand heeft,*+
maar een mens met inzicht houdt het rechte pad.+
23 Een mens is blij als hij een passend antwoord geeft,*+
en wat fijn is een woord op het juiste moment!+
24 Voor een mens met inzicht loopt het levenspad omhoog.+
Zo ontkomt hij aan het Graf* beneden.+
27 Wie oneerlijke winst maakt brengt ellende* over zijn eigen huisgezin,+
maar wie steekpenningen haat zal blijven leven.+
28 Het hart van de rechtvaardige mediteert voordat het antwoordt,*+
maar de mond van de slechte mens kraamt allerlei slechts uit.
29 Jehovah is ver van slechte mensen,
maar hij hoort het gebed van de rechtvaardigen.+
30 Stralende ogen* maken het hart blij.
Een goed bericht versterkt de botten.*+
31 Wie luistert naar een levengevende terechtwijzing
voelt zich thuis bij de wijzen.+