7 Toen verscheen Jehovah aan Abram en zei: ‘Dit land+ zal ik aan jouw nageslacht*+ geven.’ Daarom bouwde hij daar een altaar voor Jehovah, die aan hem verschenen was.

15 Hierna kwam het woord van Jehovah in een visioen tot Abram: ‘Wees niet bang,+ Abram. Ik ben een schild voor je.+ Je beloning zal heel groot zijn.’+

6 En Abram geloofde in Jehovah+ en Hij rekende het hem als rechtvaardigheid toe.+

5 Je zult niet langer Abram* heten maar Abraham,* want ik zal je de vader maken van vele volken.