23 Jehovah zei tegen haar: ‘Er zijn twee volken in je buik,+ en de twee volken die uit jou voortkomen zullen uiteengaan.+ Het ene volk zal sterker zijn dan het andere,+ en de oudste zal de jongste dienen.’+
26 Daarna kwam zijn broer tevoorschijn, en met zijn hand hield hij de hiel van Esau vast.+ Daarom noemde Isaäk hem Jakob.*+ Isaäk was 60 jaar oud toen ze geboren werden.