12 In al jullie generaties moet elke jongen van acht dagen oud besneden worden,+ iedereen die in het huis geboren is en ook iedereen die niet van jullie nageslacht* is en die gekocht is van een vreemdeling.
23 Toen nam Abraham zijn zoon Ismaël en alle mannen die in zijn huis geboren waren en iedereen die hij had gekocht, alle mannen* van Abrahams huis, en nog diezelfde dag verwijderde hij hun voorhuid, zoals God tegen hem had gezegd.+