7 Toen zei Jehovah tegen Mozes: ‘Ik heb je als God gemaakt voor de farao, en je eigen broer Aäron zal je profeet worden.+ 2 Je moet alles herhalen wat ik je opdraag. Je broer Aäron zal het woord voeren bij de farao, en de farao zal de Israëlieten uit zijn land laten vertrekken.