-
Numeri 12:14Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
14 Jehovah antwoordde Mozes: ‘Als haar vader haar recht in haar gezicht had gespuugd, zou ze die schande dan niet zeven dagen moeten dragen? Laat haar zeven dagen buiten het kamp in quarantaine doorbrengen,+ en daarna mag ze weer in het kamp komen.’
-
-
2 Koningen 7:3Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
3 Bij de ingang van de stadspoort zaten vier melaatsen.+ Ze zeiden tegen elkaar: ‘Waarom zouden we hier blijven zitten tot we doodgaan?
-
-
2 Kronieken 26:20, 21Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
20 Toen de overpriester Aza̱rja en alle priesters naar hem keken, zagen ze dat zijn voorhoofd door melaatsheid was aangetast! Ze joegen hem de tempel uit. Zo snel hij kon ging hij naar buiten, want hij was door Jehovah getroffen.
21 Koning Uzzi̱a bleef melaats tot aan zijn dood. Hij woonde als melaatse in een huis dat apart stond,+ want hij mocht niet meer naar het huis van Jehovah gaan. Zijn zoon Jo̱tham had de leiding over het huis* van de koning en sprak recht over het volk van het land.+
-