16 Jullie moeten alle volken vernietigen* die Jehovah, je God, aan jullie overlevert.+ Je* mag geen medelijden met ze hebben+ en je mag hun goden niet vereren,+ want dat zou een valstrik voor je zijn.+
28 Ik bracht ze in het land dat ik had gezworen ze te geven.+ Toen ze alle hoge heuvels en bladerrijke bomen zagen,+ gingen ze daar hun slachtoffers en hun aanstootgevende offers brengen. Ze boden er hun offers aan als een aangename* geur en goten hun drankoffers uit.