30 Toen deed Jefta een gelofte+ aan Jehovah: ‘Als u mij de Ammonieten in handen geeft, 31 zal ik, wanneer ik veilig teruggekomen ben van de Ammonieten, degene die me uit mijn huis tegemoetkomt aan Jehovah geven.+ Die zal ik aanbieden als een brandoffer.’+