12 Wanneer je leven ten einde loopt+ en je gaat rusten bij je voorvaders, zal ik je laten opvolgen door je nageslacht,* je eigen zoon.* Ik zal hem het koningschap stevig in handen geven.+
29Koning David zei tegen de hele gemeente: ‘Mijn zoon Salomo, die door God is uitgekozen,+ is jong en onervaren.*+ Het werk is groot, want het is geen tempel* voor mensen maar voor Jehovah God.+