25 Absalom stelde Ama̱sa+ als legeraanvoerder aan in de plaats van Joab.+ Ama̱sa was de zoon van de Israëliet Ji̱tra, die gemeenschap had gehad met Abi̱gaïl,+ de dochter van Na̱has, de zus van Joabs moeder Zeru̱ja.
16 Hun zussen waren Zeru̱ja en Abi̱gaïl.+ Zeru̱ja had drie zonen: Abi̱saï,+ Joab+ en A̱saël.+17 Abi̱gaïl werd de moeder van Ama̱sa,+ en de vader van Ama̱sa was de Ismaëliet Je̱ther.