-
1 Koningen 17:24Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
24 Toen zei de vrouw tegen Eli̱a: ‘Nu weet ik dat je echt een man van God+ bent en dat Jehovah’s woord dat je hebt gesproken waarheid is.’
-
-
2 Koningen 3:11, 12Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
11 Daarop zei Josafat: ‘Is er hier geen profeet van Jehovah zodat we via hem Jehovah om leiding kunnen vragen?’+ Een van de dienaren van de koning van Israël antwoordde: ‘Elisa,+ de zoon van Sa̱fat, is hier. Hij goot altijd water uit over de handen van Eli̱a.’*+ 12 Toen zei Josafat: ‘Hij spreekt het woord van Jehovah.’ De koning van Israël, Josafat en de koning van Edom gingen dus naar hem toe.
-
-
2 Koningen 8:4Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
4 De koning was net aan het praten met Geha̱zi, de bediende van de man van de ware God. Hij zei: ‘Vertel me alsjeblieft welke bijzondere dingen Elisa allemaal heeft gedaan.’+
-