11 Ama̱zia vatte moed en leidde zijn eigen troepen naar het Zoutdal.+ Daar doodde hij 10.000 mannen van Se̱ïr.+ 12 De mannen van Juda namen er 10.000 levend gevangen. Die brachten ze naar de top van een rots, waar ze hen naar beneden gooiden. Ze vielen allemaal te pletter.