-
Jeremia 37:1, 2Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
37 En koning Zedeki̱a,+ de zoon van Josi̱a, begon te regeren in de plaats van Cho̱nja,*+ de zoon van Jo̱jakim, want koning Nebukadne̱zar* van Babylon had hem koning gemaakt in het land Juda.+ 2 Maar hij, zijn dienaren en het volk* luisterden niet naar de woorden die Jehovah via de profeet Jeremia sprak.
-
-
Jeremia 38:5, 6Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
5 Koning Zedeki̱a antwoordde: ‘Goed, hij is in jullie hand, want de koning kan niets doen om jullie tegen te houden.’
6 Ze grepen Jeremia dus en gooiden hem in de waterput van Malki̱a, de zoon van de koning, in het Hof van de Wacht.+ Ze lieten Jeremia aan touwen zakken. In de waterput zat geen water, alleen modder. En Jeremia zakte weg in de modder.
-
-
Ezechiël 21:25Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
25 Maar voor jou is de dag gekomen, de dag van je uiteindelijke straf, o dodelijk gewonde, verdorven leider van Israël.+
-