6 Hij verbrandde zijn eigen zonen als offer*+ in het Dal van de Zoon van Hi̱nnom.+ Hij deed aan magie,+ waarzeggerij en toverij en stelde mediums en waarzeggers aan.+ Hij deed op grote schaal wat slecht was in Jehovah’s ogen om hem te tergen.
9 Hij zei tegen me: ‘De zonde van het huis van Israël en Juda is ontzettend groot.+ Het land is vol bloedvergieten+ en de stad vol verdorvenheid,+ want ze zeggen: “Jehovah heeft het land verlaten en Jehovah ziet het niet.”+