Jeremia 38:1 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel 38 Sefa̱tja, de zoon van Ma̱ttan, Geda̱lja, de zoon van Pa̱shur, Ju̱chal,+ de zoon van Sele̱mja, en Pa̱shur,+ de zoon van Malki̱a, hoorden dat Jeremia tegen het hele volk zei:
38 Sefa̱tja, de zoon van Ma̱ttan, Geda̱lja, de zoon van Pa̱shur, Ju̱chal,+ de zoon van Sele̱mja, en Pa̱shur,+ de zoon van Malki̱a, hoorden dat Jeremia tegen het hele volk zei: