-
2 Koningen 23:29, 30Nieuwewereldvertaling van de Bijbel
-
-
29 In de tijd van Josi̱a ging farao Ne̱cho, de koning van Egypte, naar de koning van Assyrië bij de rivier de Eufraat. Koning Josi̱a rukte tegen hem uit, maar toen Ne̱cho hem zag, doodde hij hem bij Megi̱ddo.+ 30 Zijn dienaren vervoerden zijn dode lichaam op een wagen van Megi̱ddo naar Jeruzalem en begroeven hem in zijn graf. Toen zalfde het volk* Josi̱a’s zoon Jo̱ahaz en maakte hem koning in de plaats van zijn vader.+
-