31 Alsof het nog niet erg genoeg was dat hij dezelfde zonden beging* als Jero̱beam,+ de zoon van Ne̱bat, trouwde hij ook nog eens met Izebel,+ de dochter van Ethba̱äl, de koning van de Sidoniërs,+ en ging hij Baäl dienen+ en zich voor hem neerbuigen.
13 Want je hebt inmiddels net zo veel goden als steden, Juda. En je hebt net zo veel altaren voor het schandelijke ding* gebouwd als er straten in Jeruzalem zijn, altaren om offers aan Baäl te brengen.”+