22 Het zaad dat tussen de distels terechtkomt, dat is degene die het woord hoort, maar de zorgen van deze wereld*+ en de verleiding* van rijkdom verstikken het woord en het kan geen vrucht dragen.+
13 Een knecht kan niet twee meesters dienen: óf hij zal de een haten en van de ander houden, óf hij zal juist aan de eerste gehecht zijn en de ander verachten. Je kunt niet God én de Rijkdom* dienen.’+