21 Vervolgens strekte hij zich driemaal over het kind uit en riep tot Jehovah: ‘O Jehovah, mijn God, laat het leven* van dit kind alstublieft in hem terugkomen.’ 22 Jehovah luisterde naar Eli̱a’s verzoek.+ Het leven* van het kind kwam in hem terug en hij leefde weer.+
40 Petrus stuurde iedereen naar buiten,+ knielde neer en ging in gebed. Daarna keerde hij zich naar het lichaam en zei: ‘Tabi̱tha, sta op!’ Ze deed haar ogen open, zag Petrus en ging rechtop zitten.+