31 Alsof het nog niet erg genoeg was dat hij dezelfde zonden beging* als Jero̱beam,+ de zoon van Ne̱bat, trouwde hij ook nog eens met Izebel,+ de dochter van Ethba̱äl, de koning van de Sidoniërs,+ en ging hij Baäl dienen+ en zich voor hem neerbuigen.
22 Zodra Joram Jehu zag, vroeg hij: ‘Kom je in vrede, Jehu?’ Maar hij zei: ‘Hoe zou er vrede kunnen zijn zolang de prostitutie van je moeder Izebel+ en haar vele toverkunsten+ er nog zijn?’