woensdag 24 september
Laten we, welke vorderingen we ook hebben gemaakt, op deze weg verdergaan. — Fil. 3:16.
Af en toe zul je de ervaringen horen van broeders en zusters die hun dienst hebben uitgebreid. Misschien zijn ze naar de School voor Koninkrijkspredikers gegaan of zijn ze verhuisd naar een plek waar de behoefte groter is. Zoiets zou ook voor jou een mooi doel kunnen zijn. Jehovah’s aanbidders zoeken graag naar mogelijkheden om meer voor hem te doen (Hand. 16:9). Maar wat als dat voor jou op dit moment geen haalbare kaart is? Denk niet dat je minder bent dan degenen die het wel kunnen. In de wedstrijd die je als christen loopt gaat het vooral om doorzettingsvermogen (Matth. 10:22). Onderschat nooit hoeveel waarde het voor Jehovah heeft als je doet wat je in jouw omstandigheden kunt. Dat is een belangrijke manier om Jezus na je doop te blijven volgen (Ps. 26:1). w24.03 10 ¶11
donderdag 25 september
Hij heeft ons al onze overtredingen van harte vergeven. — Kol. 2:13.
Je hemelse Vader heeft beloofd je te vergeven als je berouw hebt (Ps. 86:5). Dus als je echt spijt hebt van de zonden die je hebt begaan, kun je Jehovah op zijn woord geloven: hij heeft je vergeven. Onthoud dat Jehovah niet veeleisend is maar redelijk. Hij verwacht nooit meer van je dan je aankunt. Hij waardeert alles wat je voor hem doet, zolang je maar je best doet. Denk ook na over personen in de Bijbel die Jehovah met hart en ziel dienden, zoals Paulus. Jarenlang gaf hij zich helemaal voor de dienst. Hij reisde duizenden kilometers en richtte heel wat gemeenten op. Maar verloor hij Jehovah’s goedkeuring toen hij door omstandigheden niet meer zo veel kon doen in de prediking? Nee. Jehovah zegende hem omdat hij bleef doen wat hij kon (Hand. 28:30, 31). Ook jij kunt misschien niet altijd evenveel voor Jehovah doen. Maar waar het hem om gaat is waarom je het doet. w24.03 27 ¶7, 9
vrijdag 26 september
Vroeg in de morgen ging hij naar buiten, naar een afgelegen plaats. Daar ging hij bidden. — Mark. 1:35.
Toen Jezus op aarde was, bad hij heel vaak tot Jehovah. Daarmee gaf hij zijn discipelen het goede voorbeeld. Hij moest echt tijd vrijmaken om te bidden, want hij had het vaak druk en had meestal veel mensen om zich heen (Mark. 6:31, 45, 46). Hij stond ’s ochtends vroeg op zodat hij tijd had om alleen te zijn en te bidden. Bij minstens één gelegenheid heeft hij voordat hij een belangrijke beslissing nam een hele nacht gebeden (Luk. 6:12, 13). En hij bad herhaaldelijk op de laatste avond vóór zijn dood, toen hij vlak voor het moeilijkste deel van zijn opdracht stond (Matth. 26:39, 42, 44). Het voorbeeld van Jezus laat zien dat je tijd moet vrijmaken om te bidden, hoe druk je het ook hebt. Reserveer net als Jezus tijd voor gebed door bijvoorbeeld ’s ochtends vroeg op te staan of ’s avonds wat langer op te blijven. Op die manier laat je Jehovah zien hoeveel waardering je hebt voor dat speciale geschenk. w23.05 3 ¶4-5