4 Het land is gaan treuren,+ is vervallen. Het productieve land* is verwelkt, is vervallen. De hogen van het volk des lands zijn verwelkt.+ 

7 Want natie zal tegen natie opstaan*+ en koninkrijk tegen koninkrijk,+ en er zullen in de ene plaats na de andere voedseltekorten+ en aardbevingen+ zijn. 

11 Maar er kwam een hongersnood over heel Egy̱pte en Ka̱naän, ja, een grote verdrukking; en onze voorvaders vonden geen voedingsmiddelen.+ 

28 Een van hen, Aga̱bus+ genaamd, stond op en ging door middel van de geest te kennen geven dat er weldra een grote hongersnood over de gehele bewoonde aarde zou komen,+ hetgeen ook inderdaad in de tijd van Cla̱u̱dius is gebeurd.