Exodus 9:32 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 32 Maar de tarwe en de spelt*+ waren niet neergeslagen, want die kwamen later in de tijd. Psalm 105:35 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 35 En die vraten vervolgens alle plantengroei in hun land;+Ze vraten vervolgens ook de vrucht van hun bodem. Joël 2:3 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 3 Vóór hen heeft een vuur verslonden,+ en achter hen verteert een vlam.+ Gelijk de tuin van E̱den* is het land vóór hen;+ maar achter hen is een verlaten wildernis, en er is ook gebleken dat niets ervan ontkomt.
35 En die vraten vervolgens alle plantengroei in hun land;+Ze vraten vervolgens ook de vrucht van hun bodem.
3 Vóór hen heeft een vuur verslonden,+ en achter hen verteert een vlam.+ Gelijk de tuin van E̱den* is het land vóór hen;+ maar achter hen is een verlaten wildernis, en er is ook gebleken dat niets ervan ontkomt.