32 En Jo̱zefs gebeente,+ dat de zonen van I̱sraël uit Egy̱pte hadden opgevoerd, begroeven zij te Si̱chem in het stuk veld dat Ja̱kob voor honderd geldstukken+ van de zonen van He̱mor, Si̱chems vader, verworven had;+ en de zonen van Jo̱zef kregen het ten erfdeel.+