13 En de zonen van I̱sraël verdreven de Gesurieten en de Maächathieten niet uit hun bezit,+ maar Ge̱sur+ en Ma̱ächath wonen nog tot op deze dag te midden van I̱sraël.
3 En zijn tweede was Ki̱leab,+ bij Abi̱gaïl,+ de vrouw van Na̱bal, de Karmeliet, en de derde was A̱bsalom,+ de zoon van Ma̱ächa, de dochter van Ta̱lmai,+ de koning van Ge̱sur.