32 Nu geschiedde het toen Da̱vid zelf de top bereikte waar men* zich voor God placht neer te buigen, dat Hu̱sai,+ de Arkiet,+ hem hier tegemoet kwam, met zijn lange gewaad gescheurd en aarde op zijn hoofd.+
16 Nu gebeurde het dat zodra Hu̱sai,+ de Arkiet,+ Da̱vids metgezel,+ bij A̱bsalom kwam, Hu̱sai voorts tot A̱bsalom zei: „Leve de koning!+ Leve de koning!”