14 en de priesters konden vanwege de wolk niet blijven staan om dienst te verrichten;+ want de heerlijkheid+ van Jehovah vervulde het huis van de [ware] God.
4 En hij bracht mij nu via de noordpoort tot vóór het Huis, opdat ik zou zien, en zie! de heerlijkheid van Jehovah had het huis van Jehovah vervuld.+ Daarop viel ik op mijn aangezicht.+