9 En gij weet heel goed dat Jehovah, uw God, de [ware] God is,+ de getrouwe God,*+ die het verbond en de liefderijke goedheid* in acht neemt+ in het geval van hen die hem liefhebben en hen die zijn geboden onderhouden, tot in duizend geslachten,+
3 „Ik smeek u, o Jehovah, gedenk+ alstublieft hoe ik in waarachtigheid+ en met een onverdeeld hart+ voor uw aangezicht heb gewandeld+ en dat wat goed was in uw ogen heb gedaan.”+ En Hizki̱a barstte uit in een stroom van tranen.*+
9 Want wat Jehovah aangaat, zijn ogen+ gaan de gehele aarde rond+ om zijn sterkte te tonen ten behoeve van hen wier hart+ onverdeeld is jegens hem. Gij hebt ten aanzien hiervan dwaas gehandeld,+ want van nu af aan zullen er oorlogen tegen u zijn.”+
5 En ik zei vervolgens: „Ach Jehovah, de God* van de hemel, de grote en vrees inboezemende God,*+ die het verbond en [de] liefderijke goedheid* in acht neemt+ jegens degenen die hem liefhebben+ en zijn geboden onderhouden,+