7 En Jehovah voegde eraan toe: „Ontegenzeglijk heb ik de ellende van mijn volk, dat in Egy̱pte is, gezien, en ik heb hun luide geroep ten gevolge van degenen die hen tot werken aandrijven, gehoord; want ik weet terdege wat voor smarten zij lijden.+
34 Ik heb de slechte behandeling van mijn volk, dat in Egy̱pte is, zeer zeker gezien,+ en ik heb hun zuchten gehoord,+ en ik ben neergedaald om hen te bevrijden.+ Nu dan, kom, ik zal u naar Egy̱pte zenden.’+