31 Toen maakte Bathse̱ba een diepe buiging met haar aangezicht ter aarde en wierp zich voor de koning neer+ en zei: „Mijn heer, koning Da̱vid, leve tot onbepaalde tijd!”+
4 Daarop spraken de Chaldeeën tot de koning in de Aramese taal:*+ „O koning, blijf in leven, ja, voor onbepaalde tijden.+ Zeg uw knechten wat de droom is, en wij zullen de úítlegging duidelijk maken.”+