15 Indien gij dus zo met mij doet, dood mij* dan alstublieft geheel en al,+ indien ik gunst gevonden heb in uw ogen, en laat mij mijn rampspoed* niet aanzien.”

4 En hijzelf ging een dagreis ver de wildernis in, en ten slotte kwam hij daar en zette zich onder een zekere bremstruik neer.+ Toen vroeg hij of zijn ziel mocht sterven en zei: „Het is genoeg! Neem nu, o Jehovah, mijn ziel weg,+ want ik ben niet beter dan mijn voorvaders.”

3 En nu, o Jehovah, neem alstublieft mijn ziel*+ van mij weg, want het is beter dat ik sterf dan dat ik in leven ben.”*+

20 Want de schepping werd aan ijdelheid onderworpen,+ niet uit eigen wil, maar door hem die haar [daaraan] heeft onderworpen, op basis van hoop+