26 O dochter van mijn volk, omgord u met de zak+ en wentel u in de as.+ Maak uw rouw als die over een enige [zoon], de weeklacht van bitterheid;+ want plotseling zal de gewelddadige plunderaar over ons komen.+
30 En over u zullen zij zich stellig doen horen met hun stem en zij zullen het bitter uitschreeuwen.+ En zij zullen stof op hun hoofd doen.+ In de as zullen zij zich wentelen.+
6 Toen het woord de koning van Ni̱nevé bereikte,+ stond hij vervolgens op van zijn troon en ontdeed zich van zijn ambtsgewaad en bedekte zich met een zak en ging in de as zitten.+
8 En laten zij zich met zakken bedekken, mens en huisdier; en laten zij uit alle macht tot God roepen en zich afkeren,+ een ieder van zijn slechte weg en van het geweld dat aan hun handen kleefde.