3 Want het is duidelijk dat GIJ een brief van Christus zijt, geschreven door ons als bedienaren,+ niet met inkt geschreven, maar met geest+ van een levende God, niet op stenen tafelen,+ maar op vleselijke tafelen, op harten.*+
16 „’Dit is het verbond dat ik na die dagen ten aanzien van hen zal aangaan’, zegt Jehovah.* ’Ik wil mijn wetten in hun hart leggen, en in hun verstand zal ik ze schrijven’”,+