62Ter wille van Si̱on zal ik mij niet stilhouden,+ en ter wille van Jeru̱zalem+ zal ik mij niet rustig houden, totdat haar rechtvaardigheid te voorschijn komt net als de lichtglans,+ en haar redding als een brandende fakkel.+
6 Want er bestaat een dag waarop de uitkijkposten in het bergland van E̱fraïm werkelijk zullen uitroepen: ’Staat op, en laten wij opgaan naar Si̱on, naar Jehovah, onze God.’”+
17 Roep verder nog uit en zeg: ’Dit heeft Jehovah der legerscharen gezegd: „Mijn steden zullen nog overvloeien van goedheid;+ en Jehovah zal stellig nog spijt gevoelen over Si̱on+ en werkelijk nog Jeru̱zalem uitkiezen.”’”+