2 en zei tot hen: „Gaat heen het dorp in dat GIJ vóór U ziet, en GIJ zult terstond een vastgebonden ezelin vinden en een veulen bij haar; maakt ze los en brengt ze bij mij.+
30 en zei: „Gaat het dorp in dat GIJ vóór U ziet, en nadat GIJ er zijt binnengegaan, zult GIJ een vastgebonden veulen vinden, waarop nog geen mens heeft gezeten. Maakt het los en brengt het mee.+