3 En terwijl hij te Betha̱nië in het huis van Si̱mon de melaatse was+ [en] aan de maaltijd aanlag, kwam er een vrouw met een albasten [flacon] vol welriekende olie, echte [en] zeer kostbare nardus. Na de albasten [flacon] te hebben opengebroken, goot zij [de olie] over zijn hoofd.+