9 Toen Jezus vervolgens vandaar verder ging, viel zijn blik op een mens genaamd Matthe̱üs, die bij het belastingkantoor zat, en hij zei tot hem: „Wees mijn volgeling.”+ En hij stond op en volgde hem.+
4 Dezen zijn het die zich niet met vrouwen hebben bevlekt;+ ja, zij zijn maagden.+ Dezen zijn het die het Lam blijven volgen waarheen hij ook gaat.+ Dezen werden uit het midden van de mensen gekocht+ als eerstelingen+ voor God en voor het Lam,