28 Daarom zei Jezus: „Wanneer GIJ de Zoon des mensen+ eenmaal omhooggeheven hebt,+ dan zult GIJ weten dat ik het ben,+ en dat ik niets uit eigen beweging* doe;+ maar deze dingen spreek ik zoals de Vader mij heeft geleerd.+
49 want ik heb niet uit mijzelf gesproken, maar de Vader, die mij heeft gezonden, heeft mij zelf een gebod gegeven met betrekking tot wat ik zeggen en wat ik spreken moet.+
10 Gelooft gij niet dat ik in eendracht met de Vader ben en de Vader in eendracht met mij is?+ De dingen die ik tot ulieden zeg, spreek ik niet uit mijzelf; maar de Vader, die in eendracht met mij blijft, doet zijn werken.+