12 Er was daar bij ons een jonge Hebreeuwse man, een dienaar van het hoofd van de wachters.+ Toen we onze dromen aan hem vertelden,+ legde hij ons uit wat elke droom betekende. 13 Het gebeurde precies zoals hij het ons had uitgelegd. Ik werd in mijn ambt hersteld, maar de bakker werd opgehangen.’+