7 Door geloof toonde Noach+ ontzag voor God nadat hij Gods waarschuwing had gekregen over dingen die nog niet waren gezien+ en bouwde hij een ark+ om zijn gezin te redden. Door dat geloof veroordeelde hij de wereld,+ en hij werd een erfgenaam van de rechtvaardigheid die voortkomt uit geloof.
12 Want de ogen van Jehovah* zijn gericht op de rechtvaardigen en zijn oren luisteren naar hun smeekgebed.+ Maar Jehovah* keert zich tegen degenen die slechte dingen doen.’+
5 Ook heeft hij in de oudheid de wereld niet gespaard,*+ maar hij heeft Noach, een prediker van rechtvaardigheid,+ samen met zeven anderen+ gered toen hij een vloed over een wereld van goddeloze mensen liet komen.+
9 Jehovah* weet dus mensen die hem toegewijd zijn te redden uit beproevingen.+ Maar hij bewaart onrechtvaardige mensen voor de vernietiging* op de dag van het oordeel,+