Genesis 35:10 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 10 God zei tegen hem: ‘Je heet Jakob,+ maar je zult niet langer Jakob worden genoemd. Israël zal je naam worden.’ Vanaf toen noemde hij hem Israël.+
10 God zei tegen hem: ‘Je heet Jakob,+ maar je zult niet langer Jakob worden genoemd. Israël zal je naam worden.’ Vanaf toen noemde hij hem Israël.+