2 Het volk begon met Mozes te ruziën+ en zei: ‘Geef ons water te drinken.’ Maar Mozes zei: ‘Waarom maken jullie ruzie met mij? Waarom blijven jullie Jehovah op de proef stellen?’+
7 Bedenk hoe je Jehovah, je God, in de woestijn woedend hebt gemaakt.+ Vergeet dat nooit. Vanaf jullie vertrek uit Egypte tot jullie komst hier zijn jullie steeds opstandig geweest tegen Jehovah.+
27 Want ik weet zelf heel goed hoe opstandig+ en koppig*+ jullie zijn. Als jullie tijdens mijn leven al zo opstandig tegen Jehovah zijn geweest, hoe zal het dan gaan na mijn dood?