2 ‘Houd een telling+ onder de hele gemeenschap van Israël. Tel ze een voor een,* volgens hun families, volgens hun vaderlijke huizen en volgens het aantal namen van alle mannen.

14 Onze tocht vanaf Ka̱des-Barne̱a tot het oversteken van het Dal van de Ze̱red had 38 jaar geduurd. Ondertussen was er in het kamp niemand meer over van de hele generatie strijders. Ze waren allemaal omgekomen, zoals Jehovah hun had gezworen.+

5 Toch was God niet tevreden over de meesten van hen, want ze werden gedood in de woestijn.+