Deuteronomium 3:8, 9 Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave) 8 We namen toen het land in van de beide Amoritische koningen+ in de Jordaanstreek, van het A̱rnondal* tot aan de berg He̱rmon+ 9 (de berg die de Sidoniërs Si̱rjon noemden en de Amorieten Se̱nir),
8 We namen toen het land in van de beide Amoritische koningen+ in de Jordaanstreek, van het A̱rnondal* tot aan de berg He̱rmon+ 9 (de berg die de Sidoniërs Si̱rjon noemden en de Amorieten Se̱nir),