7 Toen verscheen Jehovah aan Abram en zei: ‘Dit land+ zal ik aan jouw nageslacht*+ geven.’ Daarom bouwde hij daar een altaar voor Jehovah, die aan hem verschenen was.
18 Op die dag sloot Jehovah een verbond met Abram+ en zei: ‘Aan jouw nageslacht* zal ik dit land geven,+ van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de Eufraat:+
3 Woon als vreemdeling in dit land,+ en ik zal steeds met je zijn en je zegenen, want aan jou en aan je nageslacht* zal ik al deze gebieden geven,+ en ik zal de eed nakomen die ik aan je vader Abraham heb gezworen:+