2 De koning riep de Gibeonieten+ dus bij zich en had een gesprek met ze. (De Gibeonieten waren geen Israëlieten maar overgebleven Amorieten,+ en de Israëlieten hadden gezworen dat ze hen in leven zouden laten.+ Maar Saul had in zijn ijver voor Israël en Juda geprobeerd ze uit te roeien.)