18 bedenk dan dat Jehovah, je God, degene is die je in staat stelt om rijk te worden,+ omdat hij zich houdt aan het verbond dat hij met een eed met je voorvaders heeft gesloten, zoals hij tot nu toe heeft gedaan.+

12 Jehovah zal zijn rijk gevulde schatkamer, de hemel, voor je openen om je grond op de juiste tijd regen te geven+ en alles te zegenen wat je doet. Je zult aan veel volken lenen, terwijl je zelf van niemand hoeft te lenen.+

11 Toen zei God tegen Salomo: ‘Omdat dit de wens van je hart is en je niet hebt gevraagd om rijkdom, bezittingen en eer, niet om de dood* van degenen die je haten, en ook niet om een lang leven,* maar wel om wijsheid en kennis zodat je kunt rechtspreken over mijn volk waarover ik je koning heb gemaakt,+ 12 zal ik je wijsheid en kennis geven. Maar ik zal je ook rijkdom, bezittingen en eer geven — zo veel als geen koning vóór jou heeft gehad of na jou zal hebben.’+

12 Jehovah zegende het laatste deel van Jobs leven meer dan het begin.+ Job kreeg 14.000 schapen, 6000 kamelen, 2000 runderen* en 1000 ezelinnen.+