12 De tweede van de drie dappere strijders was Elea̱zar,+ de zoon van de Ahohiet+ Do̱do. 13 Hij was bij David in Pas-Da̱mmim,+ waar de Filistijnen zich hadden verzameld voor de strijd. Er was daar een stuk land met gerst, en het volk was voor de Filistijnen gevlucht.