9 Het is bestemd voor Aäron en zijn zonen,+ en ze moeten het op een heilige plaats eten,+ want het is voor hem iets allerheiligst van de vuuroffers voor Jehovah. Het is een blijvend voorschrift.’
3 Hij zei tegen ze: ‘Hebben jullie niet gelezen wat David deed toen hij en zijn mannen honger hadden?+4 Hij ging het huis van God binnen en ze aten van de toonbroden,+ terwijl dat hem en zijn mannen niet was toegestaan, maar alleen de priesters.+