13 Samuël nam dus de hoorn met olie+ en zalfde hem waar zijn broers bij waren. En vanaf die dag werd Jehovah’s geest in David werkzaam.+ Later ging Samuël op weg naar Ra̱ma.+
3 Zo kwamen alle oudsten van Israël bij de koning in He̱bron, en koning David sloot daar een verbond met hen+ met Jehovah als getuige. Toen zalfden ze David tot koning over Israël.+